Nick heeft expres geen goede voornemens
Het is nog maar een paar dagen 2017. Facebook hangt straks, in de eerste weken van 2018, vol met ‘new year, new me!’. Waar het verlangen dingen te veranderen in de rest van het jaar niet meer dan een knagende gewetenskwestie is, is het met oud en nieuw opeens een goed voornemen. Ik doe daar dus niet aan mee.
Als ik goede voornemens zou maken zou ik, net als veel anderen, bovenaan zetten dat ik graag fitter wil worden. Iets minder zakken chips, iets meer klagend naar de sportschool. Maar dat maak ik dus niet mijn goede voornemen. Want goede voornemens worden vergeten en vergeven. En dat is juist niet de bedoeling.
Een voornemen is niets meer dan een plan. Er moet nog een stap gezet worden voordat ik daadwerkelijk in de sportschool zwetend op mijn plaats fiets. En er is een grote kans dat dat niet doorgaat. Ik wil niet dat mensen mij complimenteren als ik uitspreek dat mijn voornemen is dit jaar fit te worden. Een schouderklopje is leuk, maar daar gaat mijn gewicht niet van omlaag. Maar om dit nog even verder te onderzoeken, stel dat ik mijn voornemen is 2018 heel veel ga sporten.
Dan tikt de realiteit mij vol in het gezicht. Ga je op 1 januari naar de sportschool? Het is immers het nieuwe jaar! Dacht het niet. Dikke kans dat ik het jaar inluid met de moeder alle katers. Ook als dat niet zo gaat, mijn vader is 1 januari jarig, en dus ga ik daarheen om als Drake in de club met nieuwjaarswensen te smijten. Eerste dag van 2018, mislukt. 2 januari. De magie van de feestdagen vaagt langzaam weg, de kater is ondertussen ook enigszins doorgespoeld, en opeens realiseer je dat je door een week vol kerstdiners en gezelligheid achterloopt met werk. 2 januari spendeer je met verwoed werken. De sportschool moet het weer bekopen. Gewoon even niet handig vandaag.
Natuurlijk, nu zeg jij: kappen met die kutsmoesjes! Gewoon doen! En dat is precies mijn punt. Een goed voornemen is een smoesje. Daarom worden er zoveel niet waargemaakt. Ik kan wel heel braaf bedenken dat ik in 2018 fit ga worden, maar ik kan het ook nu doen. Daarom ben ik niet op 3 januari, maar vandaag nog in de sportschool te vinden. Ga doen wat je wil doen, in plaats van het enkel uit te spreken al als iets positiefs ervaren. Als u mij wil excuseren, ik heb tien kilometer te roeien. Ajú!