5 tips voor mannen met baarden
Ik weet het: de baard is uit. Een tijdje al, zelfs, maar zoals dat gaat met dingen die ‘uit’ zijn; ze worden vanzelf weer ‘in’. Dat weet ik niet vanwege mijn fabelachtige oog voor mode, maar omdat ik al een jaar of acht en baard heb. In die tijd is hij een keer of negen ‘uit’ en ‘in’ geweest, dus ik weet waar ik het over heb. Bovendien heb ik schijt aan dingen die ‘in’ dan wel ‘uit’ zijn. Waar ik geen schijt aan heb, is mijn baard en hoe deze te verzorgen. Zodoende hierbij 8 tips voor mannen met baarden – of voor hen die hem weer laten staan bij de volgende hipheidsgolf.
Trim heel voorzichtig. Of beter nog: laat het doen door een vakman. Daar ben ik de hard way achtergekomen. Ik weet het nog goed, het was de zomer van 2014 en ik had een nieuwe trimmachine gekocht. Al dat geld voor dure vakmensen; nee! Ik zou het allemaal zelf gaan doen. Bij de eerste de beste trimsessie werkte de machine zich in de weelderige bos op mijn linkerwang. De gevolgen daarvan zijn pas sinds een paar maanden verdwenen.
Zet je neklijn niet te hoog. Zeker niet als je, zoals ik, een strakke kaaklijn mist vanwege wat kinvet. Sowieso ziet het er gewoon volstrekt belachelijk uit.
Trim je snor niet te kort. Een volle baard en te korte (of zelfs geen) snor is een vrij enge look. Andersom kan wel; volle snor, magere baard.
Hou de boel schoon. Je eet, je drinkt, je niest eens een beetje, het wordt, kortom, al snel een ranzige boel daar op je gezicht. Je baard moet dus gewassen worden. Zeer regelmatig, liefst elke dag, sowieso vaker dan je hoofdhaar. Speciale shampoo is leuk, modieus en komt in hippe potjes, maar niet nodig. Baardolie of -wax is wel handig – en ruikt jofel.
Voorkom wildgroei. Blij zijn dat je een weelderige baard hebt, is één ding, een onverzorgde bende haar op je gezicht een tweede. De lijn tussen een forse designbaard en het gezicht van een zwerver is zeer dun. Houd de boel bij. Trim, knip, pluk, kam, borstel.